Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [als] die drie mannen, Sadrach, Mesach en Abed-nego, in het midden van den oven des brandenden vuurs, [41]gebonden zijnde, gevallen waren, 41. Gelijk de profeet zegt dat zij gebonden zijnde in den oven vielen of geworpen werden, zo geeft hij te kennen dat zij zich voor het vuur nergens konden wachten, en derhalve natuurlijkerwijze noodzakelijk straks hadden moeten verbranden. Sommige overzetters voegen hierbij den lofzang, dien deze mannen in den oven gezongen zouden hebben. Doch deze wordt in den Hebreeuwse Bijbel niet gevonden, en is derhalve apocrief.